In een nieuw rapport van Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel is het gangbare idee van een ‘loverboy’ die de tijd neemt en misbruik maakt van de verliefdheid van zijn slachtoffer erg achterhaald.
Het CKM onderzocht 25 opsporingsdossiers van mensenhandelaren en kwam tot de conclusie dat de ‘ronselperiode’ bij de helft van de onderzochte slachtoffers minder dan een week is. Dat is de tijd van het eerste contact en het moment van uitbuiting. Ruim de helft van de onderzochte slachtoffers werd niet meer ingepalmd via een ‘affectieve relatie’ met de daders. Tegenwoorden dreigen ze met geweld, gebruiken dat ook echt of ze chanteren het slachtoffer met naaktbeelden.
Onder de onderzochte daders was de leeftijd jong, gemiddeld 26 jaar oud. Hierbij heeft 84% al lichte of zware delicten op zijn naam staan. Andere factoren waren dat zij de middelbare school niet hadden afgemaakt of geen vervolgopleiding hebben gedaan. Bijna twee derde van de onderzochte daders heeft schulden of een drugsverslaving. De onderzoekers wijzen alcohol- en drugsgebruik, zwakke sociaaleconomische status en negatieve jeugdervaringen aan als de drie belangrijkste kenmerken van daders. Zo’n 80% van de onderzochte daders had een migratie-achtergrond.
Mensenhandel is een lastig te bestrijden strafbaar feit. De bereidheid om aangifte te doen bij slachtoffers is laag, dit komt doordat slachtoffers zich schamen of bang zijn voor hun uitbuiters.
Het nieuwe rapport van het CKM zal helpen bij het aanpakken van mensenhandel. Nu de kenmerken van de daders beter bekend zijn, herkennen ze misschien ook beter de signalen en krijgen we de daders eerder in de gaten.