Loading
Even geduld a.u.b. het magazine wordt geladen...
Conny Rijken, hoogleraar
Mensenhandel en Globalisering

"Een slachtoffer wordt gemiddeld vier keer door de politie verhoord"

Al meer dan twintig jaar doet Conny Rijken, hoogleraar Mensenhandel en Globalisering aan de Universiteit van Tilburg, onderzoek naar slachtoffers van mensenhandel. De aandacht voor het thema is de afgelopen jaren zeker gegroeid, maar of de situatie voor slachtoffers daadwerkelijk is verbeterd? Dat betwijfelt Rijken.

Ze kan zich er echt over opwinden. De Nederlandse samenleving is voor heel veel mensen complex, laat staan voor kwetsbare mensen die klem zitten, zoals bij slachtoffers van mensenhandel vaak het geval is. De hoogleraar weet hoe hoog de drempel is om hulp te vragen of aangifte te doen. De transitie in 2015 in het sociaal domein, waardoor gemeenten verantwoordelijk zijn geworden voor jeugdzorg, werk en inkomen heeft de weg naar hulp volgens Rijken niet eenvoudiger gemaakt. “Ik heb eerder onderzoek gedaan naar
de zorg voor slachtoffers van mensenhandel met multiproblematiek , we hebben toen het hele systeem in kaart gebracht. Ik zag destijds ook hoeveel kostbare tijd hulpverleners kwijt zijn met het rondkrijgen van de financiën. Dat vind ik ronduit stuitend.”

In 2013 concludeerde ze in de verkennende studie ‘Mensenhandel: het slachtofferperspectief’ dat de aanpak in Nederland niet aansluit bij het verwerkingsproces van slachtoffers die net ontsnapt zijn aan hun uitbuiters. “Eigenlijk is dat niet veranderd”, stelt Rijken. “Vorig jaar hebben we een onderzoek afgerond waarbij we een beperkt aantal slachtoffers hebben geïnterviewd en allerlei experts. Dan zien we nog steeds dat een slachtoffer gemiddeld vier keer wordt verhoord door de politie. En dan hebben we het alleen nog maar over de politie. Daarna volgt nog de rechter-commissaris en de officier van justitie. Eén slachtoffer werd zelfs negen keer verhoord, zo bleek uit haar dossier.”

Verhoren bij politie en de rechter-commissaris zijn vaak traumatisch. “Dat bleek ook uit het onderzoek in 2013. Slachtoffers zakten – na een verhoor op het politiebureau – weer onderuit.  Dat hoorden we ook terug van de hulpverleners.”

Quick fix

Rijken pleit er daarom voor om net als bij slachtoffers van ernstige geweldsdelicten en seksuele misdrijven, ook slachtoffers van mensenhandel een casemanager van Slachtofferhulp Nederland toe te kennen. “Dat zou de quick fix zijn. Een professional die naast het slachtoffer staat en ook veel verstand heeft van het juridisch proces.”

De eerste intake, die nu door de politie wordt uitgevoerd en waar vastgesteld moeten worden of er mogelijk sprake is van mensenhandel, zou volgens de hoogleraar uitgevoerd kunnen worden door deskundige hulpverleners, zoals bijvoorbeeld een zorgcoördinator. “Dan kan vervolgens de politie meteen met de aangifte aan de slag. Dat geeft het slachtoffer ook veel meer duidelijkheid. Nu denkt een slachtoffer soms al aangifte te hebben gedaan, terwijl dat niet het geval is.”

Ook de politie worstelt met de dubbelrol bij de intake, weet ze. “Ze moeten aan de ene kant het slachtoffer informeren over de procedure en moeten genoeg informatie hebben om vast te stellen of er mogelijk sprake is van mensenhandel, maar aan de andere kant mogen ze nog geen feiten verzamelen.”

Verwacht niet te veel
van het geheugen

Het verhoor moet volgens Rijken heel zorgvuldig gebeuren. “Verwacht niet té veel van het geheugen. We weten uit onderzoek dat het geheugen van mensen die langdurig aan trauma worden blootgesteld, wordt aangetast.” Heftige emoties leiden tot een lichamelijke staat van paraatheid, die vaak gepaard gaat met een vernauwing van de aandacht. “Het zogenaamde weaponfocus-effect: mensen die bedreigd worden, kunnen bijvoorbeeld later het wapen nog gedetailleerd beschrijven, maar herinneren zich geen andere details.”

Slachtoffers die hun verhaal keer op keer moeten vertellen, krijgen volgens Rijken bovendien het gevoel dat ze niet geloofd worden. “Of ze zijn bang dat ze het verkeerde antwoord hebben gegeven. In verhoren, zeker bij de rechter-commissaris, gaat het vaak juist om details van zaken die zich al een hele tijd terug hebben afgespeeld. Het risico dat er discrepantie tussen het eerste en vierde verhoor zit, is natuurlijk immens. Corinne Dettmeijer, voormalig nationaal rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld, heeft weleens gezegd dat we juist argwaan zouden moeten krijgen wanneer getuigenissen identiek hetzelfde blijven.”

Emotionele achtbaan

Voor elk slachtoffer, dat net aan zijn uitbuiter is ontsnapt, is rust het belangrijkst, zegt Rijken. “Ze zitten middenin een emotionele achtbaan, een heel heftige periode. Slachtoffers hoefden in de tijd van de uitbuiting niets zelf te beslissen. De uitbuiter bepaalde alles. Juist in deze heftige periode vragen we hen om belangrijke beslissingen te nemen: waar wil je heen? Wil je aangifte doen? We doen een enorm appél op vaardigheden die ze zijn kwijtgeraakt.”

Rust - zo luidt de aanbeveling - is cruciaal. "Laten we nu eens beginnen om een ieder die aangemerkt wordt als mogelijk slachtoffer van mensenhandel dertig dagen rust te geven. Nederland kent een bedenktijd van maximaal 90 dagen, maar heeft geen minimum gesteld aan de lengte van de bedenktijd."

Conny Rijken

Ze wijst erop dat internationale verdragen, zoals Het Verdrag van Warschau, staten verplichten tot een bedenktijd van minimaal 30 dagen. “Dat is niet voor niets. Deze tijd is bedoeld om het slachtoffer de tijd te geven om bij te komen – veel symptomen van PTSS verdwijnen ook in deze periode. Het is echt wezenlijk voor het herstel. Willen slachtoffers in deze periode aangifte doen? Prima. Maar wacht tot na die 30 dagen voordat bijvoorbeeld de B8/3-regeling (procedure voor slachtoffers van mensenhandel) wordt aangevraagd.”

Een van de doelen van deze procedure is om buitenlandse slachtoffers van mensenhandel in staat te stellen aangifte te doen door de dreiging van onmiddellijke uitzetting weg te nemen. Gedurende deze bedenktijd heeft het slachtoffer recht op verblijf in Nederland. Besluit het slachtoffer om aangifte te doen, dan wordt dit gezien als een aanvraag voor een verblijfsvergunning op grond van de B8/3-regeling. De verblijfsvergunning geldt voor de duur van het opsporingsonderzoek en de strafrechtelijke vervolging. Aangiftes met weinig opsporingsindicaties worden vaak al binnen tien dagen geseponeerd en dat betekent dat de betrokkene Nederland moet verlaten. “Dat is in de praktijk vaak al binnen die dertig dagen.”

Kortom, de zorgen rondom de slachtoffers van mensenhandel en de strafrechtelijke procedure zijn groter geworden. “Daar komt bij dat heel veel slachtoffers volgens mij niet in beeld komen bij politie en justitie. Cijfers zijn altijd lastig. Ik zou heel graag eens onderzoek doen onder zorginstellingen, hoeveel slachtoffers zitten daar? Hulpverleners die ik spreek hebben in hun caseload altijd wel cliënten zitten waarbij ze het vermoeden hebben of soms zeker weten dat er sprake is van een vorm van mensenhandel, maar die worden niet gemeld bij CoMensha en niet in de statistieken opgenomen.”

Kunst van herhaling

Maar Rijken ziet ook wel hoopvolle ontwikkelingen. Ze noemt de zorgcoördinatoren, die de afgelopen jaren in heel veel regio’s in het land zijn aangesteld. “We weten uit onderzoek ook dat de aanstelling van een aandachtsfunctionaris mensenhandel binnen een instelling of organisatie echt werkt. Dan wordt er meer gezien en blijft het onderwerp aandacht krijgen. Ook trainingen werken. Professionals die trainingen hebben gehad, zijn ook veel zekerder over de mogelijkheid om te signaleren én te handelen. Dat is voor mij wel een les van de afgelopen jaren. De kunst van de herhaling. Anders zakt die alertheid toch weg, je hebt altijd te maken met personeelswisselingen en nieuwe inzichten en trends, dus mijn advies is wel herhalen, herhalen, herhalen.”


9/13
1. Cover
2. Inhoud
3. Voorwoord
4. Herman Bolhaar - Nationaal Rapporteur
5. Medische professionals - CoMensha en FairWork
6. Hanne van Aart, Paul Depla - Burgemeesters
7. Jesse Lapien - trainer Sterk Huis
8. Slachtofferhulp Nederland
9. Connie Rijken - Wetenschapper
10. Richard Korver - Advocaat
11. Politie AVIM
12. Joyce Huijding, - Zorgcoördinator mensenhandel
13. De reis van slachtoffers mensenhandel